|
 |
 |
COLUMN
Menswaardige opvoeding: een moeilijk leerproces
Prof. Dr. Cees J. Hamelink, voorzitter van het bestuur van
de Liga.
Stel: u wilt een kind adopteren. Als u gehuwd bent moet u kunnen
aantonen dat hier tenminste drie jaren sprake van is. U moet ouder
dan 18 jaar en jonger dan 42 jaar zijn. Uw geschiktheid om als ouder
te functioneren wordt grondig onderzocht. U mag geen strafblad hebben.
U hebt voor de procedure bij de rechtbank een advocaat nodig en moet
naast de advocaatkosten ook het griffierecht betalen. Een gezondheidsverklaring
is ook belangrijk. Deze mag overigens niet door de eigen huisarts
worden afgegeven. Bovendien komt u op een wachtlijst! Dit (en nog
veel meer) moet u allemaal doen als u een kind adopteert. Als u er
zelf een maakt hoeft u slechts eenvoudige bewegingen te maken. Waarom
passen we dezelfde maatschappelijke zorgvuldigheid die bij adopties
vereist is, niet toe bij het natuurlijk reproductieproces? In beide
situaties moet immers de vraag worden gesteld of het kind wel terecht
komt in een omgeving die een waardig bestaan garandeert. De menselijke
waardigheid, die het kernleerstuk van de mensenrechten vormt, wordt
wel heel ernstig ondermijnd in een situatie van fysiek en psychisch
geweld tegen kinderen. Uit cijfers blijkt dat in veel Nederlandse
gezinnen de ouders niet in staat zijn hun kinderen een menswaardig
bestaan te geven. Eigenlijk is dat niet zo verwonderlijk. Het zou
immers wel erg naïef zijn er van uit te gaan dat iedere ouder over
de verstandelijke vermogens en psychosociale vaardigheden beschikt
die nodig zijn om een kind te begeleiden naar de volwassenheid. Toch
hoeft niemand een diploma te hebben voor deze uiterst moeilijke en
belangrijke taak. Dat is zeer merkwaardig want we moeten in onze samenleving
immers voor allerlei handelingen diploma's en getuigschriften hebben.
Het uitbaten van een patatkraam kan niet zonder papieren. Kinderen
grootbrengen kan kennelijk iedereen. Patat verkopen is voorbehouden
aan diplomahouders. De vrijheid van het reproductieve proces en het
private karakter van de gezinssituatie worden uiteraard door mensenrechtelijke
normen beschermd. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
is hierover duidelijk. Iedereen heeft zonder enige beperking het recht
een gezin te stichten en te kiezen voor de wijze waarop hij of zij
de kinderen wenst op te voeden. Tegelijkertijd staat in diezelfde
Verklaring dat alle kinderen recht hebben op bijzondere zorg en sociale
bescherming. Bovendien stelt het VN Kinder-rechtenverdrag (van 1989)
vast dat het voor de harmonieuze ontwikkeling van het kind essentieel
is dat het opgroeit in een atmosfeer van geluk, liefde en begrip.
In het verdrag wordt er ook nog op gewezen dat ouders ten opzichte
van kinderen niet slechts rechten, maar ook plichten hebben. De vraag
rijst hoe we om moeten gaan met de spanning tussen deze fundamentele
morele en de internationaal-rechtelijke normen. Misschien zouden we
ervan uit moeten gaan dat alle ouders in principe hun verantwoordelijkheid
voor een menswaardige begeleiding van hun kinderen willen nemen, maar
daartoe niet noodzakelijkerwijs in staat zijn. Als ouders hun kinderen
op een liefdevolle manier willen opvoeden en inspireren zodat zij
later burgers worden die de mensenrechten respecteren, moeten die
ouders zelf bereid zijn om te leren. Leren opvoeden - dat moet eigenlijk
al beginnen als iemand besluit een kind te willen. Daartoe zou er
dan binnen de samenleving een duidelijk aanbod moeten zijn van leermogelijkheden
tot verantwoord ouderschap. Diegenen die het diploma verantwoord ouderschap
niet halen kunnen niet verplicht worden dan maar van kinderen af te
zien. Bovendien kan ook niemand bij wet verplicht worden het leeraanbod
te gebruiken. Toch zou het mij niet verbazen wanneer veel (aspirant)
ouders die niet op hun taak berekend zijn, graag zouden willen leren
hun kinderen menswaardig te begeleiden. Bij dat moeilijke proces is
hulp voor velen onontbeerlijk. Er is in onze samenleving te weinig
hulp voor ouders bij het leren opvoeden. Een mooie opdracht voor mensenrechtenorganisaties
zoals de Liga voor de Rechten van de Mens om daar serieus werk van
te maken. We kunnen ons hierbij laten inspireren door een uitspraak
van psychiater Andries van Dantzig: 'Wij dragen als gemeenschap en
daarom ieder van ons als individu - gezamenlijk de verantwoordelijkheid
voor de opvoeding van kinderen, burgers in wording.'.
top page

|
|